Louis-debardeur

Mijn zoon van bijna 9 jaar vroeg zich al even af waarom ik vooral dingen voor mezelf haak, en zo eens af en toe voor kleine zussemie. Eigenlijk nooit echt over nagedacht, maar de special patroontjes passen nu eenmaal niet bij een stoere kerel. Dus maakte ik eens iets simpel, stoer en tegelijk ook heel feestelijk en speciaal.
Voor dit haakproject gebruikte ik de blauwe supersoft. 3 bollen van 100 gram voor een debardeur in maat 128 ongeveer.
Eerst even opmeten ter hoogte van de buik om de omtrek die je moet opzetten te weten te komen. Mijn zoontje is een fijn kereltje, dus in totaal was zijn omtrek een 60 cm. Dan zet je een aantal lossen op, en meet je deze op, niet trekken, anders wordt deze te klein. Zie ook dat je een even aantal lossen opzet, want het moet ten allen tijde deelbaar blijven door 2. Sluit de ring met een halve vaste en haak 2 keerlossen.
Dan maak je eerst een rijtje halve stokjes, en dan gaan we 3 rijen boordsteek haken, dus relief-half-stokje langs de voorkant en half stokje in de volgende steek.
Dan haken we tot aan de onderkant van de oksels de granietsteek, vaste - losse - vaste, bij mijn zoon was dit bovenop de boordsteek nog 30 cm. Het beste is om dan elke toer af te sluiten met een halve vaste en je werk te keren, dat houdt de naad netjes op zijn plaats.
Als deze lap dan klaar is, kunnen we beginnen aan de armsgaten en de halslijn. We steken een steekmarkeerder in de steek waar je begint, en aan de andere kant, die exact in het midden van je werk ligt.
We beginnen aan het achterpand, je slat 2 steken over vanaf de eerste steekmarkeerder en je haakt tot 2 steken voor de volgende steekmarkeerder in de granietsteek, dit tot helemaal bovenaan, bij de mijne was dit nog een stukje van 11 cm, maar kan je best even opmeten. Als deze klaar is, hecht je je werk af.
En dan kunnen we starten met het voorpand. Eerst haak je dan een rijtje in de granietsteek vanaf 2 steken na de eerste steekmarkeerder tot aan 2 steken voor de volgende steekmarkeerder. Je telt dan het aantal steken die je net hebt gehaakt en deelt deze door 2. Zet je steekmarkeerder exact in het midden. Haak dan tot 1 steek voor de steekmarkeerder je patroon. Nu ben je dan in het midden, best eindigen met een vaste (dus als je normaal zou uitkomen op een losse die steek, haak je een vaste bij) Je keert zonder keerlosse en haakt een vaste in de losse van de vorige toer en je haakt tot terug onder de oksel je patroon. Hier maak je wel een keerlosse en je haakt nu tot de laatste losse van de vorige toer, hier maak je een vaste in, en je draait je werk om dan ineens weer een vaste in de losse van de vorige toer te haken. Dit herhaal je tot je genoeg geminderd hebt om het hoofd erdoor te krijgen, dit was bij mij in totaal 12 toeren. De rest van de toeren haak je recht naar boven, tot je weer een totaal krijgt van 11 cm, en de schouder mooi aansluit op je achterpand. En dan kan je deze kant ook ineens afhechten. Deze werkwijze herhaal je dan ook voor de andere kant van het voorpand, waarbij je ook start onder de oksel.
Als deze klaar zijn, kan je beide stukken van het voorpand aan het achterpand naaien.
We zorgen er nu voor dat onze hals een beetje properder oogt. Dus je hecht aan in een bovenhoek van de hals en haakt een rijtje vasten helemaal in het rond. Let er dan wel op dat de hals niet gaat uitwijden, maar ook niet te strak gehaakt wordt. Dit hecht je ook weer af.
En dan maken we onze armsgaten af. Eerst haken we een rondje vasten zodat het gemakkelijker wordt om zo meteen weer de boordsteek te maken. Ook hier goed opletten dat het niet te wijd of te strak wordt. De tweede rij beginnen we met 2 keerlossen en haken we halve stokjes in elke vaste van de vorige toer. Dan haak je naar wens nog 2 of 3 toeren met de boordsteek, en hecht je af. Je herhaalt dit eveneens aan het andere armsgat.
Et voila!